Geen verjaring van loonvordering buitenlandse chauffeur

Op grond van het EU-recht is het verboden om verschil te maken in de behandeling van werknemers uit

Lees meer

Geen verjaring van loonvordering buitenlandse chauffeur

7 april 2022

Op grond van het EU-recht is het verboden om verschil te maken in de behandeling van werknemers uit lidstaten van de EU voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden. Dat betekent dat het niet is toegestaan om werknemers uit andere lidstaten van de EU minder te betalen dan vergelijkbare werknemers uit eigen land. Het EU-recht schrijft voor dat werknemers een gelijkwaardige, doeltreffende en effectieve voorziening in rechte wordt geboden om hun vorderingen op grond van het EU-recht te effectueren. De lidstaten mogen een redelijke verjaringstermijnen hanteren, mits het daardoor niet moeilijk of onmogelijk wordt om de rechten die iemand aan een EU-regeling ontleent uit te oefenen.

De Nederlandse wet kent als hoofdregel een lange verjaringstermijn van 20 jaar. Daarnaast kent de wet korte verjaringstermijnen van vijf jaar, onder meer voor loonvorderingen. De korte verjaringstermijn gaat pas lopen als de schuldeiser bekend is geworden met zowel de schade als de daarvoor aansprakelijke persoon. Uit de wetsgeschiedenis kan worden afgeleid dat, als een schuldeiser onbekend is met zijn vorderingsrecht door toedoen van de schuldeiser, bijvoorbeeld omdat de schuldenaar het ontstaan van de schuld opzettelijk verborgen houdt voor de schuldeiser, de rechter een verjaringsverweer kan passeren. 

De kantonrechter oordeelde dat waar een werknemer zijn vordering wegens onderbetaling niet kan instellen door omstandigheden die aan de werkgever moeten worden toegerekend, het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de werkgever zich erop zou mogen beroepen dat de vijfjarige verjaringstermijn reeds is gaan lopen.

De kantonrechter kwam tot dit oordeel in een procedure van een Hongaarse vrachtwagenchauffeur, die in dienst was van een Nederlands transportbedrijf. De arbeidsovereenkomst van de chauffeur was wat betreft de salariëring innerlijk tegenstrijdig. Enerzijds werd een salaris van € 145 netto per gewerkte dag vermeld, terwijl ook was opgenomen dat de cao van toepassing is. Uit de cao volgde een andere salariëring. De oorspronkelijke arbeidsovereenkomst was enkel in de Nederlandse taal opgesteld, terwijl de chauffeur deze taal niet machtig is. De werkgever heeft de werknemer niet gewezen op zijn rechten uit hoofde van de cao. De kantonrechter rekende het de werkgever aan dat de chauffeur niet eerder op de hoogte was gebracht van zijn vorderingsrechten.

Bron: Rechtbank Overijssel | jurisprudentie | ECLINLRBOVE2022767, 9359803 CV EXPL 21-1760 | 14-03-2022

Het laatste nieuws

Indexering griffierechten per 1 januari 2025

28 november 2024

Om een procedure voor de rechter te kunnen voeren, moeten griffierechten worden betaald.

Per 1 januari

Lees meer

Toepassing eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop voor juridische levering woning

28 november 2024

De Belastingdienst is van mening dat de eigenwoningregeling niet van toepassing is wanneer

Lees meer

Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting

28 november 2024

In 2018 ontving de belanghebbende in een procedure naast zijn loon een WGA-uitkering. De uitkering werd

Lees meer

Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht

28 november 2024

Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de

Lees meer