Opzegging tijdens proeftijd ingetrokken

Het opnemen van een proeftijdbeding in een arbeidsovereenkomst is toegestaan als de overeenkomst langer

Lees meer

Opzegging tijdens proeftijd ingetrokken

13 februari 2020

Het opnemen van een proeftijdbeding in een arbeidsovereenkomst is toegestaan als de overeenkomst langer duurt dan zes maanden. De proeftijd mag maximaal één maand bedragen als de arbeidsovereenkomst korter duurt dan twee jaar. Een proeftijd is alleen rechtsgeldig als deze schriftelijk is overeengekomen. Een proeftijd kan zelfs na het ingaan van de arbeidsovereenkomst overeengekomen worden. De periode wordt dan verkort met de tijd dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd.

Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een duur van zeven maanden omvatte een proeftijdbeding. De eerste maand van de overeenkomst gold als proeftijd. De arbeidsovereenkomst was ingegaan op 1 mei 2019. Op 29 mei 2019 ontving de werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst. Op 30 mei 2019 deelde de werkgever de werknemer schriftelijk mee dat de arbeidsovereenkomst met inachtneming van het overeengekomen proeftijdbeding per direct werd beëindigd. De werknemer bestreed de geldigheid van het proeftijdbeding in een procedure bij de kantonrechter. Opmerkelijk was dat de werknemer na de opzegging nog heeft gewerkt voor de werkgever op 30 mei en 2 juni. Voor 3 juni was de werknemer ingeroosterd voor werk, maar heeft hij zich ziekgemeld. De ziekmelding is door de werkgever geaccepteerd.

De kantonrechter oordeelde dat het proeftijdbeding rechtsgeldig was. Dat oordeel was gebaseerd op de ondertekening door de werknemer van de pagina met de essentialia van de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst binnen het geldende proeftijdbeding beëindigd. Omdat de werknemer daarna nog heeft gewerkt, ging de kantonrechter ervan uit dat de werkgever het tijdens de proeftijd gegeven ontslag heeft ingetrokken. De kantonrechter heeft de gevraagde vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst toegewezen. De werkgever moest het salaris van de werknemer over de resterende periode van de arbeidsovereenkomst betalen. De salarisbedragen zijn door de kantonrechter verhoogd met de wettelijke verhoging wegens te late betaling en met de wettelijke rente.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBROT2020754, 8252504 / VZ VERZ 20-124 | 13-02-2020

Het laatste nieuws

Conclusie A-G over belastingheffing in box 3

28 september 2023

De Advocaat-Generaal (A-G) bij de Hoge Raad heeft een conclusie gewijd aan een procedure over de

Lees meer

Tweede Kamer wil veel aanpassingen in Belastingplan 2024

28 september 2023

Bij de Algemene Politieke Beschouwingen heeft de Tweede Kamer een groot aantal moties aangenomen met

Lees meer

Tarieven en heffingskortingen

21 september 2023

Het tarief in de eerste schijf van box 1 van de inkomstenbelasting wijzigt marginaal van 36,93 naar

Lees meer

Aanpassingen box 3

21 september 2023

Twee vermogensbestanddelen in box 3, die nu onder de categorie overige bezittingen vallen met het

Lees meer