Werkgever voldoet niet aan herplaatsingsvereiste

Een arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden als er een redelijke grond voor is, op voorwaarde dat

Lees meer

Werkgever voldoet niet aan herplaatsingsvereiste

13 december 2018

Een arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden als er een redelijke grond voor is, op voorwaarde dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn in een andere passende functie niet mogelijk is. Er bestaat een redelijke grond als om bedrijfseconomische redenen arbeidsplaatsen moeten vervallen. De redelijke termijn voor herplaatsing is gelijk aan de opzegtermijn die de werkgever voor de werknemer in acht moet nemen. Er is sprake van een passende functie wanneer deze aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van de werknemer. Voor de beoordeling of een passende functie beschikbaar is, wordt gekeken naar bestaande vacatures en vacatures die binnen de redelijke termijn zullen ontstaan.

In het kader van het herplaatsingsvereiste wordt van een werkgever verwacht dat hij actief onderzoekt of herplaatsing in een passende functie binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, mogelijk is. Het herplaatsingsvereiste strekt zich in voorkomende gevallen uit over het gehele concern waartoe het bedrijf van de werkgever behoort. De werkgever moet kunnen aantonen dat hij zich voldoende heeft ingespannen om de werknemer te herplaatsen en daarmee diens ontslag te voorkomen.

Hof Den Bosch oordeelde in een procedure dat de werkgever onvoldoende actief was geweest om een werknemer te herplaatsen. De werkgever maakte deel uit van een wereldwijd concern, maar had zich beperkt tot vacatures in Nederland. Het UWV had de werkgever erop gewezen dat hij een overzicht van vacatures van alle ondernemingen van het concern over had moeten leggen en moeten nagaan of de werknemer bereid was om naar het buitenland te gaan. Omdat de werkgever niet aan het herplaatsingsvereiste had voldaan wees het hof het verzoek van de werkgever om een datum te bepalen, waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, af.

Bron: Hof Den Bosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE20185118, 200.238.205/01 | 13-12-2018

Het laatste nieuws

Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2025

21 november 2024

De minister van VWS heeft het bijdrageloon en het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet voor het

Lees meer

AOW-leeftijd blijft 67 jaar en 3 maanden in 2030

21 november 2024

De minister van SZW heeft de AOW-leeftijd en de leeftijd, waarop de AOW-opbouw begint, voor het jaar 2030

Lees meer

Villatax is geen ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht

21 november 2024

Wie een eigen woning heeft, dient inkomstenbelasting te betalen over het zogenaamde eigenwoningforfait.

Lees meer

Wanneer kunnen fiscale partners de onderlinge verdeling van inkomsten bepalen of herzien bij navordering?

21 november 2024

De Wet IB 2001 bepaalt dat fiscale partners de onderlinge verhouding van de verdeelbare posten

Lees meer