Constatering, dat de redelijke termijn is overschreden, volstaat bij gering financieel belang

Wanneer de redelijke termijn voor de behandeling van een procedure in belastingzaken is overschreden, kan

Lees meer

Constatering, dat de redelijke termijn is overschreden, volstaat bij gering financieel belang

5 oktober 2023

Wanneer de redelijke termijn voor de behandeling van een procedure in belastingzaken is overschreden, kan de belanghebbende een verzoek om toekenning van een vergoeding van immateriële schade indienen. Voor de behandeling van een zaak in hoger beroep geldt een termijn van twee jaar als redelijk.

Hof Amsterdam constateerde in een procedure dat de termijn van twee jaar met vijf maanden was overschreden. Het hof heeft het verzoek om een vergoeding van immateriële schade afgewezen vanwege bijzondere omstandigheden. Deze omstandigheden rechtvaardigden volgens het hof een verlenging van de redelijke termijn met in totaal acht maanden. De eerste bijzondere omstandigheid betrof wangedrag van de oorspronkelijke gemachtigde van de belanghebbende. Het hof heeft de gemachtigde vanwege zijn wangedrag geweigerd. Dat heeft geleid tot een vertraging van de behandeling van het hoger beroep van vier maanden. De tweede bijzondere omstandigheid betrof de coronapandemie. Ook die rechtvaardigde volgens het hof een verlenging van de redelijke termijn met vier maanden.

In cassatie heeft de Hoge Raad de eerste omstandigheid wel geaccepteerd als rechtvaardiging voor verlenging van de redelijke termijn. De coronapandemie heeft de Hoge Raad al eerder afgewezen als rechtvaardiging voor verlenging van de redelijke termijn. De redelijke termijn is volgens de Hoge Raad door het hof overschreden met een maand.

Vanwege het geringe financiële belang heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ondanks de overschrijding van de redelijke termijn het hof de gevraagde vergoeding terecht heeft geweigerd. De constatering dat de redelijke termijn is overschreden volstaat in dergelijke gevallen als compensatie voor de schade. Het financiële belang van de procedure bedroeg € 2 aan te ontvangen invorderingsrente.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20231271, 22/02256 | 21-09-2023

Het laatste nieuws

Tarieven, heffingskortingen en bedragen inkomstenbelasting 2026

23 december 2025

De tarieven in box 1 van de inkomstenbelasting en voor de loonbelasting zijn in 2026 als

Lees meer

Gedeeltelijke verlenging zachte landing handhaving schijnzelfstandigheid

23 december 2025

Bij de behandeling van het Belastingplan zijn verschillende moties aangenomen, gericht op de verlenging

Lees meer

Bij buitenlands onroerend goed werkt rechtsherstel box 3 soms averechts

23 december 2025

De Wet rechtsherstel box 3 heeft voor belastingplichtigen met buitenlands vermogen soms een averechtse

Lees meer

Adviseur vraagt per ongeluk kleineondernemersregeling aan

23 december 2025

Een algemene machtiging voor het doen van aangiften omvat volgens de rechtbank óók de bevoegdheid om

Lees meer