Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete

Een man kreeg vergrijpboetes opgelegd in verband met ten onrechte in aftrek gebrachte

Lees meer

Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete

12 september 2024

Een man kreeg vergrijpboetes opgelegd in verband met ten onrechte in aftrek gebrachte alimentatiebetalingen in zijn belastingaangiften over 2019 en 2020. Na een verzoek om informatie door de Belastingdienst bleek dat hij ook nadat de alimentatieverplichting in juni 2019 was beëindigd bedragen in aftrek had gebracht. De inspecteur legde daarom navorderingsaanslagen op, samen met vergrijpboetes van 50%. De vraag was of deze boetes terecht waren en of er redenen waren om deze te matigen op grond van persoonlijke omstandigheden van de man.

Standpunt van de inspecteur

De inspecteur stelde dat sprake was van (voorwaardelijke) opzet, omdat de man wist dat de alimentatiebetalingen waren gestopt, maar deze desondanks bedragen in aftrek had gebracht. De boetes waren daarom vastgesteld op 50% van de verschuldigde belasting.

Standpunt van de man

De man stelde dat de boetes ten onrechte waren opgelegd, omdat hij de alimentatiebetalingen had doorgezet om een gezamenlijke lening met zijn ex-echtgenote af te lossen, die financieel niet in staat was deze aflossingen te doen. Hij verzocht om matiging van de boetes, omdat hij destijds in een moeilijke financiële en persoonlijke situatie verkeerde, mede door het overlijden van zijn ex-echtgenote.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de boetes terecht waren opgelegd, omdat de man wist dat hij geen recht meer had op de aftrek van alimentatiebetalingen en toch deze aftrek had geclaimd. Echter, de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de man, waaronder het overlijden van zijn ex-echtgenote, zijn slechte financiële situatie en het feit dat hij volledige medewerking heeft verleend gedurende de procedure. Deze factoren leidden tot een matiging van de boetes van 50% naar 25%. Dit resulteerde in een vergrijpboete van € 562 voor 2019 en € 1.125 voor 2020.

Conclusie

Deze uitspraak benadrukt dat persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken een belangrijke rol kunnen spelen bij de beoordeling van vergrijpboetes. Hoewel opzet aanwezig was, werd de boete in dit geval verlaagd vanwege de moeilijke situatie van de belastingplichtige en zijn medewerking tijdens het proces. Heeft u vragen over vergrijpboetes of matiging daarvan? Neem contact met ons op voor deskundig advies.

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLINLRBNHO20245456, HAA 23/1482 | 12-06-2024

Het laatste nieuws

Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2025

21 november 2024

De minister van VWS heeft het bijdrageloon en het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet voor het

Lees meer

AOW-leeftijd blijft 67 jaar en 3 maanden in 2030

21 november 2024

De minister van SZW heeft de AOW-leeftijd en de leeftijd, waarop de AOW-opbouw begint, voor het jaar 2030

Lees meer

Villatax is geen ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht

21 november 2024

Wie een eigen woning heeft, dient inkomstenbelasting te betalen over het zogenaamde eigenwoningforfait.

Lees meer

Wanneer kunnen fiscale partners de onderlinge verdeling van inkomsten bepalen of herzien bij navordering?

21 november 2024

De Wet IB 2001 bepaalt dat fiscale partners de onderlinge verhouding van de verdeelbare posten

Lees meer