Box 3-heffing 2015

Over de vraag of de vermogensrendementsheffing van box 3 op stelselniveau in strijd is met het recht op

Lees meer

Box 3-heffing 2015

5 maart 2020

Over de vraag of de vermogensrendementsheffing van box 3 op stelselniveau in strijd is met het recht op het ongestoorde genot van eigendom zijn al veel procedures gevoerd. De Hoge Raad heeft in zeven arresten over de jaren 2013 en 2014 deze vraag ontkennend beantwoord. Daarna zijn twee arresten over het jaar 2015 gewezen. Zonder nadere motivering is de vraag ook voor dat jaar ontkennend beantwoord. De Hoge Raad heeft wel de mogelijkheid opengelaten dat de vermogensrendementsheffing in individuele gevallen een buitensporige last inhoudt en om die reden niet zou zijn toegestaan.

Nu is bij de Hoge Raad een procedure aanhangig over de vermogensrendementsheffing over het jaar 2015. De belanghebbende is het niet eens met het oordeel van Hof Arnhem-Leeuwarden dat zijn gehele financiële situatie van belang is voor de beoordeling of sprake is van een individuele en buitensporige last. De A-G betoogt in zijn conclusie dat bij deze beoordeling twee aspecten van belang zijn. Aangezien in de wet is bepaald hoe zwaar de inkomens in box 1 en box 2 dienen te worden belast, kan het niet zo zijn dat de vermogensrendementsheffing moet worden betaald uit box 1 of box 2 inkomen als het rendement op het vermogen tekortschiet. Dat kan leiden tot ongelijke behandeling van vermogensbezitters.

Verder vormt het lijden van verlies op vermogen een individuele en buitensporige last als wordt vastgesteld dat de belastingplichtige er niet op kan rekenen dat hij in een reeks van jaren met risicomijdende beleggingen het wettelijk forfaitaire rendement haalt. De conclusie van de A-G is dat het beroep in cassatie gegrond is. Na verwijzing zal onderzocht moeten worden of de belanghebbende een verlies heeft geleden op zijn beleggingen.

Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR2020186, 19/03944 | 05-03-2020

Het laatste nieuws

Emigrant wint kwijtschelding van conserverende aanslag

26 juni 2025

Een Nederlandse ondernemer emigreert in 2012 naar Zwitserland en krijgt een conserverende aanslag van

Lees meer

Beweerde verrekening telt niet mee bij verkrijgingsprijs

26 juni 2025

Een zakenman koopt in 2010 aandelen voor € 1.961 en verkoopt deze in 2011 voor € 386.947. De

Lees meer

Laag tarief bij tijdelijk gebruik van meer dan zes maanden

26 juni 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het beroep in cassatie ingetrokken tegen de uitspraak van Hof Den

Lees meer

Aanmaningskosten terecht, ondanks beroep op verjaring

26 juni 2025

In 2016 ontvangt een ondernemer een naheffingsaanslag accijns van € 279.058. Zes jaar later, in

Lees meer