Geen compensatie voor box-3-belasting in de jaren 2013-2016

In een brief aan de Tweede Kamer zegt de staatssecretaris van FinanciËn dat de belastingheffing in box 3

Lees meer

Geen compensatie voor box-3-belasting in de jaren 2013-2016

22 oktober 2020

In een brief aan de Tweede Kamer zegt de staatssecretaris van Financiën dat de belastingheffing in box 3 in de jaren 2013 tot en met 2016 niet in strijd is met het Europese recht, zoals dit is vastgelegd in het EVRM. De staatssecretaris baseert dit op arresten van de Hoge Raad en een notitie van het Centraal Planbureau. Dat betekent dat financiële compensatie voor belastingplichtigen niet aan de orde is. De staatssecretaris plaatst daarbij de kanttekening dat als ontwikkelingen in de jurisprudentie daartoe aanleiding geven hij zijn conclusie zal heroverwegen.

Het CPB heeft onderzoek gedaan naar de rendementen in de jaren 2013 tot en met 2016 op drie vermogenscategorieën:

  • direct opneembare spaarrekeningen;
  • termijndeposito’s (met looptijden van 1, 5 en 10 jaar);
  • Nederlandse staatsobligaties.

In geen van de onderzochte jaren was het gemiddeld haalbare rendement op elke vermogenscategorie afzonderlijk lager dan 1,2%. Door belastingplichtigen wordt gezegd dat sprake is van een schending van het EVRM als het gemiddelde rendement van de drie vermogenscategorieën tezamen lager is dan 1,2%. Hof Den Haag heeft in een uitspraak uit 2019 vastgesteld dat in 2015 het gemiddelde rendement van de drie vermogenscategorieën tezamen lager was dan 1,2%. De staatssecretaris is van mening dat deze berekeningswijze niet juist is, omdat deze niet aansluit bij de uitgangspunten van de Hoge Raad.

Het box 3-stelsel is per 1 januari 2017 gewijzigd door de invoering van drie vermogensschijven met ieder een eigen verdeling tussen sparen en beleggen. Het stelsel moet daardoor beter aansluiten bij het werkelijk behaalde rendement.

De staatssecretaris gaat juridisch advies inwinnen over een mogelijke tegenbewijsregeling in box 3. Belastingplichtigen met vooral of uitsluitend spaargeld in box 3 zouden op die manier aannemelijk moeten kunnen maken dat de huidige heffing te hoog is.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2020-0000196193 | 15-10-2020

Het laatste nieuws

Extra verhoging maximum uurprijzen kinderopvangtoeslag

30 november 2023

De minister van SZW heeft in een brief aan de Tweede Kamer de extra verhoging van de maximum uurprijzen

Lees meer

Stapsgewijze afschaffing loonkostenvoordeel oudere werknemer

30 november 2023

Het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer wordt vanwege de beperkte doeltreffendheid per 1 januari

Lees meer

Premies inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2024

30 november 2023

De minister van VWS heeft de premiepercentages voor de inkomensafhankelijke bijdrage voor de

Lees meer

AOW-leeftijd bedraagt 67 jaar en drie maanden in 2029

23 november 2023

De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft de AOW-leeftijd en de leeftijd, waarop

Lees meer