Bijbaan verhindert toepassing 30%-regeling niet

Voor uit het buitenland aangeworven werknemers met een specifieke deskundigheid kan op verzoek de

Lees meer

Bijbaan verhindert toepassing 30%-regeling niet

22 juni 2023

Voor uit het buitenland aangeworven werknemers met een specifieke deskundigheid kan op verzoek de 30%-regeling worden toegepast. Deze regeling houdt in, dat 30% van de totale bruto beloning als onbelaste vergoeding voor extraterritoriale kosten kan worden gegeven. De regeling geldt niet voor werknemers die op het moment van het tot stand komen van de arbeidsovereenkomst al in Nederland wonen of, anders dan in het kader van een stage of opleiding, in Nederland werkzaam zijn. Als na de stage of de opleiding een aansluitend dienstverband ontstaat, verhindert dat de kwalificatie van ingekomen werknemer niet. De in Nederland te verrichten dienstbetrekking moet de eerste tewerkstelling in Nederland betreffen. In een arrest uit 2011 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het moment waarop de arbeidsovereenkomst is aangegaan bepalend is voor de kwalificatie als ingekomen werknemer.

De rechtbank Noord Holland constateerde in een procedure dat de werkneemster op wie de aanvraag voor de 30%-regeling van toepassing was, op het moment van het aangaan van de dienstbetrekking niet in Nederland woonde en geen duurzame persoonlijke band had met Nederland. De werkneemster was aan te merken als een ingekomen werkneemster.

Voorafgaand aan de indiensttreding had de werkneemster een bijbaan in Nederland. Deze dienstbetrekking voldeed niet aan de voorwaarden van de 30%-regeling omdat het salaris te laag was. De werkzaamheden kwalificeerden niet als opleiding of stage omdat de werkneemster haar opleiding eerder al had afgerond. De in de rechtspraak genoemde uitzondering op de eis dat het moet gaan om een eerste tewerkstelling deed zich hier niet voor. Dat betekent dat de 30%-regeling niet van toepassing is.

De Belastingdienst hanteert als beleid dat een bijbaan tijdens een opleiding niet in de weg staat aan toepassing van de 30%-regeling. Dat is ongeacht of die bijbaan in het kader van een stage of opleiding plaatsvindt. De rechtbank stelde vast dat de bijbaan is geaccepteerd door de werkneemster om te voorzien in haar levensonderhoud en ter overbrugging van de periode totdat de werkzaamheden voor haar eigenlijke werkgever zouden aanvangen. De rechtbank zag daarin geen aanleiding om toepassing van de 30%-regeling te weigeren. Er is te weinig onderscheid tussen de bijbaan in dit geval en een bijbaan tijdens de studie. De enkele omstandigheid dat de bijbaan is aangevangen nadat de opleiding is afgerond, is onvoldoende voor het gemaakte onderscheid.

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLINLRBNHO20234875, HAA 22/1787 | 24-05-2023

Het laatste nieuws

Kabinet wil verbod op contante betalingen boven € 3.000

25 april 2024

Het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen omvat een verbod op contante betalingen boven € 3.000.

Lees meer

Geen extra verhoging minimumloon per 1 juli, wel indexering

25 april 2024

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel met een extra verhoging van het wettelijke minimumloon per 1 juli

Lees meer

Kamerbrief over toekomstig stelsel box 3

25 april 2024

De staatssecretaris van Financiën heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de ontwikkelingen

Lees meer

Aanpassing besluit internationale waardeoverdracht van pensioen

18 april 2024

Naar aanleiding van twee arresten van het Hof van Justitie EU heeft de staatssecretaris van Financiën een

Lees meer