Hernieuwd verzoek 30%-regeling terecht afgewezen

Uit het buitenland aangeworven werknemers komen op verzoek en onder voorwaarden in aanmerking voor

Lees meer

Hernieuwd verzoek 30%-regeling terecht afgewezen

23 februari 2023

Uit het buitenland aangeworven werknemers komen op verzoek en onder voorwaarden in aanmerking voor toepassing van de 30%-regeling. De regeling houdt in dat 30% van de bruto beloning als belastingvrije vergoeding voor de extra kosten buiten het land van herkomst kan worden verstrekt. De 30%-regeling kent een looptijd van maximaal vijf jaar. De looptijd van de regeling wordt verkort met perioden van eerder verblijf in Nederland.

De Belastingdienst heeft een verzoek om toepassing van de 30%-regeling voor een ingekomen werknemer gehonoreerd. De looptijd van de regeling is verkort met de periode van eerder verblijf in Nederland van de werknemer. Volgens het verzoek is die periode aangevangen in januari 1996 en heeft dat verblijf geduurd tot en met december 2001. Tegen de beschikking is geen bezwaar gemaakt, ondanks dat de werknemer aan de adviseur had gemeld dat de periode van eerder verblijf in Nederland in januari 1997 was aangevangen. In verband met een wijziging van werkgever is een verzoek tot voortzetting van de 30%-bewijsregeling ingediend. Ook in dat verzoek is aangegeven dat het eerdere verblijf in januari 1996 is aangevangen. De Belastingdienst heeft het verzoek toegewezen. Tegen deze beschikking is geen bezwaar gemaakt.

Vervolgens is kort voor het aflopen van de 30%-bewijsregeling een nieuw verzoek ingediend, uitgaande van een kortere periode van eerder verblijf in Nederland. Dat verzoek is volgens Hof Amsterdam terecht afgewezen, omdat de werknemer ten tijde van het indienen van het verzoek geen ingekomen werknemer meer was. Het  Uitvoeringsbesluit Loonbelasting voorziet niet in de mogelijkheid tot heroverweging of wijziging van de looptijd van een beschikking voor de 30%-bewijsregeling. Volgens het hof kan een hernieuwde aanvraag of een verzoek om ambtshalve herziening evenmin leiden tot herziening van de vastgestelde looptijd.

Het hof heeft de andersluidende uitspraak van de rechtbank Noord-Holland vernietigd.

Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS2023331, 21/01712 | 30-01-2023

Het laatste nieuws

Geen bezwaar, geen rechtsherstel

10 juli 2025

Een man ontvangt een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2019 en maakt hier tijdig bezwaar tegen.

Lees meer

Inspecteur moet onduidelijk aangiftebiljet beter vormgeven

10 juli 2025

Dubbelzinnige aangifterubrieken leiden tot schrappen van belastingrente. Het hof oordeelt dat

Lees meer

Foutenleer redt vennootschap bij afwaardering lening aan dochtervennootschap

10 juli 2025

De fiscale foutenleer blijkt opnieuw een krachtig reddingsmiddel bij een zakelijke misstap. Een

Lees meer

Rechtbank past toekomstige wetgeving toe bij berekening belastingrente

10 juli 2025

De algemene heffingskorting kan een fiscale fuik worden voor fiscale partners. Een vrouw krijgt

Lees meer