Tijdelijke baan verhindert toepassing 30%-regeling

Een van de voorwaarden voor toepassing van de 30%-regeling is dat de werknemer uit een ander land is

Lees meer

Tijdelijke baan verhindert toepassing 30%-regeling

15 februari 2024

Een van de voorwaarden voor toepassing van de 30%-regeling is dat de werknemer uit een ander land is aangeworven. Of dat het geval is moet worden beoordeeld naar de feiten en omstandigheden op het moment van het aangaan of de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst.

Een andere voorwaarde is dat het verzoek betrekking heeft op een eerste tewerkstelling in Nederland.

Een werkneemster is uit India naar Nederland gekomen om hier een studie te volgen. Na het afronden van de studie heeft zij tijdelijk gewerkt. Deze dienstbetrekking voldeed niet aan het salariscriterium van de 30%-regeling. De werkzaamheden kwalificeerden niet als opleiding of stage omdat de opleiding al was afgerond. De vraag was of de werkneemster op het moment van het aangaan van de kwalificerende arbeidsovereenkomst al aan het werk was bij de tijdelijke werkgever. De rechtbank oordeelde dat dit het geval was. Met een beroep op het gelijkheidsbeginsel heeft de rechtbank de tijdelijke baan op één lijn gesteld met een bijbaan tijdens de studie. Een dergelijke bijbaan is volgens de rechtbank geen belemmering voor de toepassing van de 30%-regeling.

In hoger beroep bestrijdt de inspecteur dat er intern beleid zou zijn waaruit blijkt dat werken tijdens de studie anders wordt beoordeeld dan werken nadat de studie in Nederland is afgerond. Voor de toepassing van de 30%-regeling wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie waarin een student na het beëindigen van zijn bijbaan wordt aangeworven en de situatie waarin de bijbaan nog niet is beëindigd.

In de eerste situatie sluit de bijbaan niet uit dat de student kwalificeert als een inkomende werknemer. Daarvoor is van belang dat de student/werknemer nog niet in Nederland woonde en ook niet in Nederland werkzaam was. In een dergelijk geval is geen sprake van begunstigend beleid maar van een juiste rechtstoepassing.

In de tweede situatie sluit de bijbaan uit dat de student kwalificeert als een inkomende werknemer, omdat hij op het moment van tot stand komen van de arbeidsovereenkomst in Nederland werkzaam is.

Het hof heeft het beroep van de werkneemster op het beleid over stages in het kader van de opleiding afgewezen, omdat in haar geval geen sprake is van een stage. Dat betekent dat evenmin sprake is van gelijke gevallen. Het hof is van oordeel dat de inspecteur het verzoek om toepassing van de 30%-regeling terecht heeft afgewezen.

Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS2024179, 23/631 | 22-01-2024

Het laatste nieuws

Pakket Belastingplan 2026 aangenomen

18 december 2025

De Eerste Kamer heeft het pakket Belastingplan 2026 aangenomen. Ook zijn vijf moties aangenomen. Tijdens

Lees meer

Overgangstermijn youngtimerregeling voor auto’s die dit jaar 15 zijn geworden

18 december 2025

Voor auto’s die in 2025 15 jaar oud worden, geldt de huidige ‘youngtimerregeling’. Dit betekent dat de

Lees meer

Jeugdzorginstelling brengt privéfeest en familiereis in aftrek

18 december 2025

Een bv die een jeugdzorginstelling drijft, brengt jarenlang forse bedragen in aftrek voor verbouwingen,

Lees meer

Crediteurenakkoord met finale kwijting leidt tot naheffing btw

18 december 2025

Een bv in financiële nood sluit een akkoord met haar crediteuren. Zij betaalt 20% van de openstaande

Lees meer