Toepassing bedrijfsopvolgingsregeling na eerdere splitsing

De bedrijfsopvolgingsregeling houdt in dat op verzoek een voorwaardelijke vrijstelling van schenk- of

Lees meer

Toepassing bedrijfsopvolgingsregeling na eerdere splitsing

11 mei 2023

De bedrijfsopvolgingsregeling houdt in dat op verzoek een voorwaardelijke vrijstelling van schenk- of erfbelasting wordt verleend voor de verkrijging van ondernemingsvermogen. Onder ondernemingsvermogen worden ook aanmerkelijkbelangaandelen in een vennootschap verstaan, mits de vennootschap een materiele onderneming drijft. Voor toepassing van de regeling bij schenking moet de schenker de aanmerkelijkbelangaandelen ten minste vijf jaar in bezit hebben gehad. Dat is de directe bezitstermijn. De vennootschap moet ten minste vijf jaar een onderneming hebben gedreven. Dat is de indirecte bezitstermijn. De bedrijfsopvolgingsregeling is van toepassing op de waarde van de materiële onderneming, vermeerderd met de waarde van beleggingsvermogen voor zover dat niet meer bedraagt dan 5% van de waarde van de materiële onderneming.

Een schenker had via een holding-bv een belang van 49% in een andere bv, die twee activiteiten verrichtte. Een andere holding-bv had de overige 51% van de aandelen. In 2011 werd de bv gesplitst en kreeg de schenker een 100%-belang in activiteit 1. De voormalige 51%-aandeelhouder kreeg door de splitsing een 100%-belang in activiteit 2. De schenking van het aanmerkelijk belang vond plaats in 2013. Volgens de rechtbank was op dat moment voor slechts 49% voldaan aan de bezitseis van vijf jaar. Voor de bij de splitsing verkregen 51% van deze activiteit was dat niet het geval. De bedrijfsopvolgingsregeling was naar het oordeel van de rechtbank slechts gedeeltelijk van toepassing.

In hoger beroep oordeelde Hof Den Bosch anders. De bv dreef volgens het hof slechts één onderneming. Het oorspronkelijke 49%-belang is door de splitsing van de activiteiten een 100%-belang geworden in de onderneming, die als zodanig al vijf jaar in die vorm werd gedreven. Volgens het hof is niet relevant of en in hoeverre de schenker voorheen slechts voor een gedeelte een belang had in die onderneming. De omstandigheid, dat het belang van de schenker door de splitsing de gehele onderneming omvatte, staat aan de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling niet in de weg.

De Hoge Raad heeft de uitspraak van Hof Den Bosch vernietigd. Voor de indirecte bezitstermijn is mede van belang of de aan de vennootschap toegerekende activiteiten van haar dochtermaatschappijen één onderneming vormden en of de schenker bij de splitsing een met haar indirecte aandelenbelang overeenstemmend gedeelte van die activiteiten heeft verkregen. Per onderneming moet worden beoordeeld of de schenker aan de indirecte bezitseis voldoet. Daarom had het hof moeten beoordelen of de inspecteur terecht heeft gesteld dat de dochtermaatschappijen voorafgaande aan de splitsing minimaal twee objectieve ondernemingen dreven. Het hof heeft dat niet gedaan. Hof Arnhem-Leeuwarden moet de zaak nu verder behandelen.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2023647, 21/04462 | 20-04-2023

Het laatste nieuws

Kabinet wil verbod op contante betalingen boven € 3.000

25 april 2024

Het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen omvat een verbod op contante betalingen boven € 3.000.

Lees meer

Geen extra verhoging minimumloon per 1 juli, wel indexering

25 april 2024

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel met een extra verhoging van het wettelijke minimumloon per 1 juli

Lees meer

Kamerbrief over toekomstig stelsel box 3

25 april 2024

De staatssecretaris van Financiën heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de ontwikkelingen

Lees meer

Aanpassing besluit internationale waardeoverdracht van pensioen

18 april 2024

Naar aanleiding van twee arresten van het Hof van Justitie EU heeft de staatssecretaris van Financiën een

Lees meer