Wijziging huwelijksgoederenregime kort voor overlijden

Het doel van de erfbelasting is het belasten van alles wat als gevolg van het overlijden van iemand die

Lees meer

Wijziging huwelijksgoederenregime kort voor overlijden

3 februari 2022

Het doel van de erfbelasting is het belasten van alles wat als gevolg van het overlijden van iemand die in Nederland woont krachtens erfrecht wordt verkregen. Wat binnen 180 dagen voor het overlijden is geschonken door een erflater wordt geacht op grond van het erfrecht te zijn verkregen. Het aangaan van huwelijkse voorwaarden als zodanig is in beginsel geen schenking. De vraag in een procedure was of dit ook geldt als de bestaande gemeenschap van goederen wordt vervangen door huwelijkse voorwaarden, waarbij de ene echtgenoot gerechtigd is tot 10% van de gemeenschap en de andere echtgenoot tot 90% van de gemeenschap. Kort na het aangaan van de huwelijkse voorwaarden overleed de minstvermogende echtgenoot. De Belastingdienst legde een aanslag erfbelasting op uitgaande van de eerdere gerechtigdheid van 50% tot het gezamenlijke vermogen.

Volgens Hof Amsterdam worden doel en strekking van de Successiewet miskend als het aangaan van de huwelijkse voorwaarden kort voor het overlijden in dit geval niet op één lijn zou worden gesteld met een schenking. Het hof is van oordeel dat het aangaan van de huwelijkse voorwaarden in overwegende mate is ingegeven om de heffing van erfbelasting te ontgaan. Het hof stelde vast dat de gevolgde weg kunstmatig en van elk reëel belang ontbloot is, afgezien van het anti-fiscale belang.

Het hof vond niet aannemelijk dat er een andere reden dan het ontgaan van erfbelasting was om de huwelijkse voorwaarden aan te gaan. De erfgenaam was voor het aangaan van de huwelijkse voorwaarden al gerechtigd tot dezelfde huwelijksgoederengemeenschap. Bij ontbinding van het huwelijk door overlijden zou zij tot het geheel gerechtigd zijn als enig erfgenaam. Op het moment van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden was de erflater reeds ernstig ziek. Het hof leidde daaruit af dat er ten tijde van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden geen sprake was van enigszins gelijke levens- en sterftekansen. Omdat de erflater anderhalve maand na het aangaan van de huwelijkse voorwaarden is overleden kunnen de huwelijkse voorwaarden geacht worden te zijn aangegaan in het zicht van overlijden. Hierdoor is sprake van een bevoordeling van de erfgenaam binnen 180 dagen voor het overlijden van de erflater. Met het opleggen van de aanslag is de bevoordeling door de inspecteur terecht in de aanslag erfbelasting begrepen.

Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS202296, 20/00804 | 03-02-2022

Het laatste nieuws

Waardebepaling recreatieterrein inclusief stacaravans op verhuurde jaarplaatsen

25 juli 2024

Een gemeente heeft bij de bepaling van de WOZ-waarde van een recreatieterrein de waarde van de daarop

Lees meer

Miljoenen uit de greep van de Belastingdienst: moet de zoon erfbelasting betalen?

25 juli 2024

Erfbelasting wordt geheven van de nalatenschap van iemand die ten tijde van zijn overlijden in Nederland

Lees meer

Analyse arresten Hoge Raad box 3

25 juli 2024

Onlangs heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 het

Lees meer

Hoge Raad oordeelt over btw-heffing voor besnijdenissen

25 juli 2024

In een recente uitspraak heeft de Hoge Raad geoordeeld over de toepassing van de vrijstelling van btw

Lees meer