Auto van de zaak als arbeidsvoorwaarde

Volgens het Burgerlijk Wetboek mag een werkgever met een beroep op een tussen partijen geldend

Lees meer

Auto van de zaak als arbeidsvoorwaarde

27 maart 2019

Volgens het Burgerlijk Wetboek mag een werkgever met een beroep op een tussen partijen geldend schriftelijk beding een arbeidsvoorwaarde van een werknemer eenzijdig wijzigen. De werkgever moet bij de wijziging van de arbeidsvoorwaarde een zwaarwegend belang hebben.

Een werkgever kende voor zijn werknemers een autoregeling. Criteria voor toekenning van een auto van de zaak waren een jaarlijks aantal zakelijke kilometers van ten minste 10.000 of een koppeling aan het functieniveau. Het niet meer voldoen aan de criteria was volgens de regeling aanleiding om deelname aan de regeling te beëindigen. De werkgever wilde de deelname aan de autoregeling van een werknemer beëindigen omdat hij in de twee voorgaande jaren minder dan 10.000 zakelijke kilometers had gereden. De werknemer mocht de auto na de kennisgeving nog enkele maanden gebruiken. De werkgever bood de werknemer ter compensatie een financiële vergoeding aan. De werknemer meende dat sprake was van een arbeidsvoorwaarde die de werkgever niet mocht beëindigen. Volgens de werkgever was de verstrekking van een auto geen arbeidsvoorwaarde.

De kantonrechter deelde de opvatting van de werknemer dat de verstrekking van een auto moet worden gezien als een arbeidsvoorwaarde. De werknemer had vanaf 2004 een auto van de werkgever ter beschikking, die hij ook privé mocht gebruiken. De brandstof voor het privégebruik werd door de werkgever betaald. Volgens de kantonrechter moet een dergelijk voordeel vanwege de aard en de duur worden aangemerkt als een arbeidsvoorwaarde.

Het in de autoregeling opgenomen beding gold als een eenzijdig wijzigingsbeding. De werkgever had, gezien de kosten van de auto, een voldoende zwaarwegend belang bij de beëindiging van de terbeschikkingstelling van de auto aan de werknemer. Wel moest de werkgever toestaan dat de werknemer de auto nog enkele maanden mag gebruiken en hem gedurende een zekere periode compenseren voor een deel van het optredende nadeel.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBNHO20191698, | 27-03-2019

Het laatste nieuws

Zakelijk gebruik woning: documenteer tijdig en grondig

8 mei 2025

Voor vermogensetikettering is de wil van de belastingplichtige leidend, tenzij de grenzen der

Lees meer

Registratie in postsysteem is geen bewijs voor tijdige verzending

8 mei 2025

Een eigenaresse van een woning klaagt de gemeente aan. Zij beweert dat de gemeente onvoldoende snel heeft

Lees meer

Wie stelt moet bewijzen, ook na afloop van de bewaarplicht

8 mei 2025

In het belastingrecht geldt doorgaans dat de inspecteur de bewijslast draagt voor het vaststellen van

Lees meer

Geen opgewekt vertrouwen door volgen aangifte in latere jaren

8 mei 2025

Bij een beheer- en exploitatiemaatschappij, die zich bezighoudt met de exploitatie van onroerende zaken,

Lees meer