Wijziging verdeling gezamenlijke inkomensbestanddelen bij navordering toegestaan?

De staatssecretaris van FinanciËn heeft Kamervragen beantwoord over de positie die de belastingdienst

Lees meer

Wijziging verdeling gezamenlijke inkomensbestanddelen bij navordering toegestaan?

1 september 2022

De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over de positie die de belastingdienst inneemt in rechtszaken over vrijwillige verbetering van de aanslag.

De rechtbank Den Haag heeft in een procedure over een navorderingsaanslag inkomstenbelasting toegestaan dat de onderlinge verdeling van de betaalde hypotheekrente tussen de partners is aangepast. De rechtbank heeft de navorderingsaanslag verminderd. De inspecteur heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De navorderingsaanslag is opgelegd na een vrijwillige verbetering. Het is nu aan Hof Den Haag om een oordeel te geven over de (on)juistheid van het standpunt van de inspecteur.

In een uitspraak uit 2006 heeft Hof Arnhem over eenzelfde zaak een tegengesteld oordeel gegeven. Volgens het hof kan een eenmaal onherroepelijk vaststaande keuze ten aanzien van de verdeling van de gemeenschappelijke bestanddelen bij navordering niet herzien worden.

De rechtbank Den Haag verwees naar een uitspraak van Hof Den Haag uit 2012. In die zaak ging het om de vraag of een eerder bij de definitieve aanslag aangebrachte inkomenscorrectie alsnog ter discussie gesteld kon worden. Dat is volgens de staatssecretaris juridisch een andere casus. Tegen deze uitspraak van Hof Den Haag is destijds geen beroep in cassatie ingesteld. Het oordeel van het hof, dat inkomenscorrecties bij de definitieve aanslag bij een geschil over een navorderingsaanslag betrokken kunnen worden, is volgens de staatssecretaris correct.

Op grond van een arrest van de Hoge Raad uit 2003 worden de belastingplichtige en de inspecteur in een geschil niet beperkt tot eerder met betrekking tot die belastingaanslag ingenomen standpunten. In het geschil kunnen ook elementen van het belastbare inkomen aan de orde komen, die begrepen zijn in een andere belastingaanslag over hetzelfde belastingtijdvak. Eerder gemaakte en inmiddels vaststaande keuzes kunnen volgens de Hoge Raad echter niet bij navordering worden herzien. Volgens de eerder genoemde uitspraak van Hof Arnhem geldt dit ook voor de keuze met betrekking tot de onderlinge verdeling van gemeenschappelijke bestanddelen. Voor het herzien van de onderlinge verdeling van gemeenschappelijke bestanddelen is bovendien een wettelijke regeling getroffen in de Wet IB 2001.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000205803 | 28-08-2022

Het laatste nieuws

Rente op terugbetaalde gouden handdruk aftrekbaar

11 december 2025

Een werknemer moet na jarenlange procedures zijn gouden handdruk van € 750.000 terugbetalen, plus €

Lees meer

Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2026

11 december 2025

De minister van VWS heeft het bijdrageloon en het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet voor het

Lees meer

Wel of geen btw bij kortstondig verhuren voor verkoop?

11 december 2025

Bij overdracht van een onderneming of een zelfstandig deel daarvan hoeft geen btw te worden berekend.

Lees meer

Betaal voorlopige aanslag 2026 pas ná de dagtekening

11 december 2025

In december 2025 verzendt de Belastingdienst al aanslagen over 2026. Deze hebben een dagtekening in

Lees meer