Afwaardering vordering buitenlandse dga

Bij de emigratie van iemand, die een aanmerkelijk belang heeft in een bv, wordt een conserverende aanslag

Lees meer

Afwaardering vordering buitenlandse dga

20 maart 2019

Bij de emigratie van iemand, die een aanmerkelijk belang heeft in een bv, wordt een conserverende aanslag inkomstenbelasting opgelegd. Deze aanslag heeft betrekking op een fictief vervreemdingsvoordeel van de aanmerkelijkbelangaandelen. Met waardeverminderingen van het aanmerkelijk belang na emigratie wordt rekening gehouden wanneer het tot invordering van de aanslag komt. Waardeveranderingen van vorderingen die de aanmerkelijkbelanghouder na zijn emigratie aan de vennootschap verstrekt, worden in Nederland niet in aanmerking genomen omdat belastingverdragen het heffingsrecht toewijzen aan de woonstaat.

De Hoge Raad heeft een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West Brabant bevestigd, waarin werd geoordeeld dat de afwaardering op een na emigratie verstrekte lening niet ten laste van Nederlands inkomen kon worden gebracht. De procedure betrof een aanmerkelijkbelanghouder, die na zijn emigratie naar België een lening verstrekte aan een deelneming van zijn in Nederland gevestigde bv. Een vordering aan de eigen bv valt onder de terbeschikkingstellingsregeling van box 1. Opbrengsten vormen resultaat uit overige werkzaamheden. Enkele jaren later waardeerde de aanmerkelijkbelanghouder de vordering af. Deze afwaardering verwerkte hij als een negatief resultaat uit overige werkzaamheden in zijn Nederlandse aangifte IB. De inspecteur weigerde de afwaardering in aanmerking te nemen. Op grond van het nationale recht kan een dergelijke afwaardering in beginsel ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden worden gebracht. Het verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing met België verhinderde dat het verlies in Nederland ten laste van het inkomen werd gebracht, omdat het heffingsrecht aan België toekomt.

Het in het belastingverdrag opgenomen voorbehoud van het heffingsrecht is beperkt tot vermogensmutaties die zijn opgetreden tot het moment van emigratie. Voor de lening was bij emigratie geen conserverende aanslag opgelegd om de eenvoudige reden dat deze pas na de emigratie is verstrekt. De waardemutaties van de lening konden dus alleen na de emigratie zijn ontstaan. Dat betekent dat het afwaarderingsverlies niet ten laste van het Nederlandse inkomen kon komen.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2019358, Nr. 17/04329 | 20-03-2019

Het laatste nieuws

Tarieven en heffingskortingen 2026

17 september 2025

Het pakket Belastingplan 2026 bestaat uit acht wetsvoorstellen met een breed palet aan fiscale

Lees meer

Maatregelen box 3

17 september 2025

Meer belasting voor beleggers, lager heffingsvrij vermogen

De invoering van een nieuw box 3-stelsel

Lees meer

Voorstellen energie- en vliegbelasting

17 september 2025

Vliegbelasting

Het tarief van de vliegbelasting wordt vanaf 2026 gebaseerd op de eindbestemming van de

Lees meer

Wijzigingen loonbelasting

17 september 2025

Fossiele leaseauto’s worden duurder voor werkgevers

Vanaf 1 januari 2027 geldt een pseudo-eindheffing

Lees meer