Rechtbank staat afwijking van BUA toe

Ondernemers kunnen de omzetbelasting die in rekening wordt gebracht door andere ondernemers voor de

Lees meer

Rechtbank staat afwijking van BUA toe

12 augustus 2021

Ondernemers kunnen de omzetbelasting die in rekening wordt gebracht door andere ondernemers voor de levering van goederen en het verrichten van diensten in aftrek brengen. De aftrek is beperkt tot het gebruik van de afgenomen goederen en diensten voor met omzetbelasting belaste prestaties van de afnemer. Het Besluit Uitsluiting Aftrek Omzetbelasting (BUA) sluit de aftrek van voorbelasting uit in een aantal situaties. Zo is de aftrek uitgesloten van omzetbelasting die betrekking heeft op het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting.

Onder bijzondere omstandigheden kan het zijn dat het BUA toch niet van toepassing is en de omzetbelasting wel voor aftrek in aanmerking komt. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2020 het toetsingskader daarvoor geschetst. Dat komt erop neer dat de uitsluiting van aftrek van omzetbelasting niet van toepassing is als de bijzondere omstandigheden de ondernemer dwingen om de betreffende goederen of diensten af te nemen. De uitgaven voor de goederen of diensten dienen primair te worden gedaan in het belang van de onderneming en niet ten behoeve van het persoonlijke voordeel van de werknemer.

Volgens de rechtbank deden zich in het geval van een uitzendbureau, dat zich gedwongen zag om buitenlandse arbeidskrachten aan te trekken, de vereiste bijzondere omstandigheden voor. Vanwege de grote afstand tussen de woonplaatsen van de buitenlandse arbeidskrachten en de plaatsen van tewerkstelling zouden de buitenlandse arbeidskrachten niet voor het uitzendbureau willen werken als het bureau niet voor onderdak zou zorgen. Het uitzendbureau nam de kosten van huisvesting voor zijn rekening. De rechtbank vond aannemelijk dat het huren van onderkomens voor de buitenlandse arbeidskrachten primair werd opgeroepen door de bijzondere behoeften van het uitzendbureau. De buitenlandse arbeidskrachten hadden geen invloed op de plaats of het gebouw waar zij werden gehuisvest en evenmin op de samenstelling van het gezelschap waarmee zij de verblijfsruimten moesten delen.

In deze situatie is het BUA niet van toepassing op de huur van onderkomens. De rechtbank heeft de opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting en de beschikking belastingrente vernietigd.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBZWB20213275, BRE 18/390 | 01-07-2021

Het laatste nieuws

Modernisering van geschillenregeling en enquêteprocedure voor aandeelhouders

9 januari 2025

Aandeelhouders hebben soms geschillen over de gang van zaken binnen een vennootschap. Het recht moet dan

Lees meer

Belastingadviseur faalt bij onderbouwing zakelijke kosten

9 januari 2025

Een belastingadviseur raakte verwikkeld in een juridische strijd met de Belastingdienst over de

Lees meer

‘Zachte landing’ in handhavingsplan arbeidsrelaties 2025

9 januari 2025

De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 weer volledig handhaven bij organisaties die werken met

Lees meer

Te late aangifte erfbelasting leidt tot belastingrente

9 januari 2025

De rechtbank Zeeland-West-Brabant is van oordeel dat de inspecteur terecht belastingrente in rekening

Lees meer