Toedeling KIA bij investeringen door samenwerkingsverband

Een ondernemer die in een kalenderjaar investeert in bedrijfsmiddelen heeft recht op

Lees meer

Toedeling KIA bij investeringen door samenwerkingsverband

13 februari 2020

Een ondernemer die in een kalenderjaar investeert in bedrijfsmiddelen heeft recht op kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Dat is een extra aftrekpost die in mindering komt op de winst van het jaar waarin de investering is gedaan. De hoogte van de KIA is gerelateerd aan het investeringsbedrag. Als de onderneming wordt gedreven in de vorm van een samenwerkingsverband met andere ondernemer, zoals een vof, worden voor de berekening van de hoogte van de KIA de investeringen van alle betrokken ondernemers voor het samenwerkingsverband samengeteld.

Tot 2010 was de KIA een percentage van het investeringsbedrag en daalde dat percentage naarmate het investeringsbedrag hoger werd. Op deze manier werd bereikt dat een ondernemer in een samenwerkingsverband een lager recht op KIA had dan wanneer zijn aandeel in het investeringsbedrag afzonderlijk zou worden beoordeeld. Met ingang van 2010 is de systematiek van de KIA gewijzigd, waardoor de samenhang tussen hoogte van het investeringsbedrag en de hoogte van de KIA voor ondernemers in een samenwerkingsverband minder duidelijk is.

Bij de Hoge Raad is een procedure aanhangig van twee vennoten in een vof over de hoogte van de KIA. De vennoten menen dat zij recht hebben op het gehele bedrag aan KIA dat behoort bij het gezamenlijke investeringsbedrag. Volgens de Belastingdienst en de rechtbank moet de KIA echter tussen de vennoten verdeeld worden in de zelfde verhouding als de winstverdeling. De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (A-G) heeft een conclusie aan deze zaak gewijd.

De A-G deelt de zienswijze van de rechtbank en de staatssecretaris dat hun berekeningsmethode in overeenstemming is met doel en strekking van de regeling. Volgens de A-G kan de bedoeling worden afgeleid uit de historie van de wet en uit de opbouw van het wetsartikel. De vennoten hebben in hun beroepschrift in cassatie gewezen op een arrest van de Hoge Raad uit 2019. Dat arrest heeft betrekking op de hoogte van de KIA van een vennoot in een vof, die ook investeerde in buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen. Die situatie deed zich het niet voor.

Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR202029, 19/03097 | 13-02-2020

Het laatste nieuws

Lenen aan zuster zonder zekerheid

27 november 2025

Een bv leent bijna drie ton aan haar zustervennootschap. Toen het misging en de lening waardeloos werd,

Lees meer

De kringloop die dacht slim te zijn met btw

27 november 2025

De margeregeling is volledig van toepassing op kringloopwinkels. Onder de huidige omstandigheden

Lees meer

Indexering griffierechten per 1 januari 2026

27 november 2025

Om een procedure voor de rechter te kunnen voeren, moeten griffierechten worden betaald. Per 1 januari

Lees meer

Schenkbelasting terug na terugstorten tweede jubeltonschenking

20 november 2025

Een zoon ontvangt in 2014 en 2018 twee schenkingen van zijn ouders voor zijn eigen woning. Beide partijen

Lees meer